Passie in beeld – verhalen van levenskracht
Het fotoproject ‘Passie in beeld’ laat zien dat ouderen zoveel meer zijn dan kwetsbare mensen. Het viel geestelijk verzorger Jody van der Velde op dat wie ouderen werkelijk zijn en wat hen drijft, soms uit beeld lijkt te raken. Zo kwam ze op het idee een project te starten om bij bewoners van Kennemerhart verhalen van passie op te halen en samen met hen te bedenken hoe die verhalen in beeld kunnen worden gebracht. Ze vormde een projectteam met onder andere fotograaf Peter van Beek en geestelijk verzorger Abeltje Hoogenkamp, schreef fondsen aan en ging aan de slag. Het project maakt veel los. Niet alleen bij de bewoners, maar ook bij hun familie en zorgmedewerkers. Een prachtig fotoproject, waarin verhalen van passie van bewoners van Kennemerhart centraal staan, is het resultaat. Alle foto’s zijn gemaakt in samenspraak met betrokken zorgmedewerkers en psychologen.
Fotografie: Peter van Beek Fotografie en Storytelling
Lenie
Lenie groeide op in een groot gezin met zeven broers en vier zussen. Door oorlog, honger en armoede was er weinig ruimte om kind te zijn. Dat heeft ze gemist. Lenie houdt van haar dochter, kleindochter en achterkleinkinderen. Ze is ook verknocht aan Vlieland. En ze is dol op mooie kleren. Vroeger was daar natuurlijk geen geld voor. Daarom wil Lenie nu graag op de foto als prinses. Met zo’n prachtige japon staat ze letterlijk een keer in het zonnetje – en wordt ze prompt zelf een soort zonnetje, zo uitbundig staat ze te stralen. Dat krijg je ervan als twee levendige achterkleinkinderen vrolijk rondjes rennen om het fotomodel heen…
Ton
Eerst zag hij het niet zo zitten, want Ton had ‘zo zijn mening’ over vrouwen die softbal spelen. Maar toen hij eenmaal zijn diploma Hoofdklasse Coach gehaald had, raakte hij begeesterd. Enthousiast. Fanatiek. En succesvol! Vier keer werd Ton met de vrouwen van Sparks landskampioen, drie keer wonnen ze de Europacup. Hoogtepunt? Die keer dat hij als pitchercoach met het Nederlands vrouwenteam mee mocht naar de Olympische Spelen van 1996 in Atlanta. Zijn stijl van coachen? Eerlijk, hard, rechtvaardig en duidelijk aanwezig. Fantastisch toch, al die vrouwen die softbal spelen?
Ada
Ada was onderwijzeres. Favoriete leeftijd van de leerlingen: zes jaar, als kinderen leren lezen, dat is magisch, dan gaat een compleet nieuwe wereld open. Toen Ada trouwde werd ze ontslagen, daarom zocht ze een bezigheid. Eerst ging ze tekenen, later schilderen. Als autodidact zocht Ada haar eigen weg. Dat is gelukt, ze bleek talent te hebben. Elk jaar ging Ada een paar maanden schilderen in Portugal. Daar had ze een soort verbouwde schuur, er was wat land bij en ook een atelier. Ze leerde steeds meer mensen kennen en vaak trokken ze samen de natuur in om te wandelen. En soms schilderde Ada het portret van zo’n vriend. Zo groeiden er vriendschappen voor het leven.
Fred
Fred is een vindingrijke man. Hij houdt van grapjes en geintjes. Als slager moest hij altijd keihard werken, terwijl hij juist zo dol is op flierefluiten. Vroeger fietste Fred vaak naar de ruïne van Brederode om daar in de omgeving een beetje te lanterfanten. Lekker op je rug in het weiland, zon op je gezicht, geluid van zoemende insecten, grasspriet in je mond, kijken naar de wolken en je gedachten laten gaan… Meestal trok hij er alleen op uit, want Fred is een echte einzelgänger, maar wel eentje die graag vrouwelijk gezelschap heeft. Daarom is het zo fijn dat zijn vrouw hem vergezelt: twee levensgenieters in een idyllisch weiland.
Truus
Truus is een echte levensgenieter. Kleine dingen, zoals bijvoorbeeld iets lekkers eten, geven haar veel geluk. Intens kan ze genieten van haar kinderen en kleinkinderen. En natuurlijk van Wim, de man met wie ze al meer dan zestig jaar gelukkig getrouwd is. Ze liepen elkaar tegen het lijf bij de katholieke jeugdbeweging, waar Truus als jonge vrouw werkte op de administratie. Truus en Wim hebben samen prachtige reizen gemaakt en veel van de wereld gezien.
Truus houdt van mensen en haar deur stond altijd open voor vrienden en kennissen. Ze ging er ook op uit om anderen te helpen. Via haar vrijwilligerswerk bij de Zonnebloem heeft Truus veel mensen bezocht en ze ging ook mee met de vakantieweek om te helpen.
Louis
Louis is een rasechte Mug. Biljarten leerde hij van zijn vader in het café. Vroeger stond in bijna elk café een biljart, nu vrijwel nergens meer. Wat Louis zo fijn vindt aan biljarten? De sfeer. Lekker stil zijn. Eerbied voor je tegenstander. Het maakt niet uit hoe oud je bent. En het is leuk om te bedenken hoe je een lastige situatie moet oplossen. Daar was Louis behoorlijk goed in, zijn naam staat vaak vermeld op de erelijst van clubkampioenen bandstoten en driebanden. Lang was Louis lid van biljartclub Olympia, hij was zelfs een tijdje voorzitter. Nu speelt hij niet meer, maar het begint weer te kriebelen. Tijd voor een nieuwe club en keu!
Marian
Toen ze nog op kantoor werkte – dat deed ze twintig jaar – zat Marian in haar lunchpauzes petticoats te maken. Want kleding ontwerpen en in elkaar zetten was haar lust en haar leven. Misschien erfde Marian die liefde voor textiel van haar vader, die meubelstoffeerder was. Al jong begon ze haar eigen kleren te maken. Dat is ze altijd blijven doen. Marian ontwikkelde een geheel eigen stijl: hoe extravaganter en flamboyanter, hoe beter! Als een kleurrijke tropische vogel fladderde ze door Zandvoort. Met haar liefde voor glitter en blingbling, spotlights en spektakel trok het theater. Als Evita stond ze op het podium van De Meervaart. Voor talloze producties maakte Marian de kostuums. Het hele toneelgezelschap werd door haar aangekleed. Marian is dol op klassieke muziek, opera en operette, maar het meest houdt ze van musicals. Favoriet is The Phantom of the Opera.
Lida
Lida ging altijd graag dansen en zwieren. Vanaf haar 15e zat ze op stijldansles. Na afloop van de les leerde de dansleraar haar iets nieuws uit Amerika: rock ‘n roll! Bij deze dans hoorde een prachtige petticoat. Lida vond het schitterend. Elk weekend ging ze dansen, ook nadat ze drie kinderen gekregen had. Als wedstrijddanser won ze mooie prijzen. Een andere grote liefde was de Royal Enfield, een oude Engelse motor. Op de woensdagen, als de groentezaak van haar ouders gesloten was, had Lida vrij. Dan maakte ze lange zwerftochten met haar verloofde. De rode Royal Enfield gaf Lida dezelfde sensatie als die rode petticoat: een gevoel van vrijheid, van avontuur en van groot geluk.
Henk
Meer dan 50 jaar is Henk vrachtwagenchauffeur – zijn lust en zijn leven. Op visite bij de buren wordt hij gekoppeld aan Betty. Heeft ze zin om een stukje te rijden? Dat heeft ze. Vanaf dat moment zijn ze onafscheidelijk. Betty is het eerste meisje dat ertegen kan dat hij zo vaak van huis is. Ze houdt van het truckersleven en gaat zo vaak mogelijk mee. Lukt het niet, dan is de thuisreis extra fijn: terug naar Haarlem is terug naar Betty! Henk rijdt op Scandinavië met ladingen kunststof, stalen schroeven en ziekenhuismateriaal. De Zweedse natuur is prachtig, ruig en overweldigend. Zijn DAF heeft geen stuurbekrachtiging, wel een ingebouwde elandfluit. Als Henk toch plotseling een eland voor zijn wagen krijgt, loopt het gelukkig goed af. Komt dat door de engel die hem onderweg altijd vergezelde?
Mira
Samen met haar man Piet en andere pioniers begon Mira in 1972 een alternatieve en gastvrije woonvorm in het hart van Haarlem: de leefgemeenschap het Rosenstock-Huessy-Huis. Mensen met verschillende levensbeschouwelijke achtergrond gingen samenwonen en dat was nieuw. Er was plaats voor mensen in de knel en er werd ook hard gewerkt aan een betere wereld. Voor haar tomeloze inzet voor de vredesbeweging ontving Mira een eervolle onderscheiding. De Vredesvrouw van het jaar 2003 hield van mensen, van de natuur – tuinieren en fietsen! – en van cultuur: Mira was een groot liefhebber van Russische literatuur. Haar levenswerk, het Rosenstock-Huessy-Huis, bestaat nog steeds.
Corrie
Corrie is 107 en de oudste bewoner van de Molenburg. Ze houdt van de natuur, gaat graag naar buiten en is dol op bloemen. Haar lievelingsbloem is de gerbera, vanwege de prachtige kleuren. Vroeger had Corrie zelf een tuin, ze vond het fijn daarin te werken en deed dat zo lang dat nog kon. Corrie houdt ook van mensen: ze geniet van bezoek en zorgt goed voor haar gasten. Die genieten ook van haar, want Corrie is vrijwel altijd positief, dankbaar en vriendelijk.
Willem
Willem was vrijwel altijd buiten te vinden. Zijn vaste standplaats: de Melkbrug aan het Spaarne. Want Willem hield van bruggen en van mensen. Een keer bracht hij iemand die gewond was met zijn bakfiets naar het ziekenhuis. Fietsers waarschuwde hij voor gladheid. De verkeersveiligheidsdienst waardeerde zijn inzet zo, dat Willem zijn eigen oranje hesje kreeg. Daar was hij zo blij mee dat hij het elke dag droeg. Willem was bevriend met alle brugwachters. Op het terras van Spaarne 66 werd hij geridderd vanwege zijn jarenlange waakzaamheid.
Kees
Kees ging als zesjarig jongetje voor het eerst naar gymnastiekvereniging Concordia. Hij vond het zo leuk dat hij besloot te blijven. Een mensenleven lang – 86 jaar – was hij lid van Concordia. Kees hield van turnen en genoot van het verenigingsleven. Concordia hield ook van Kees: een halve eeuw lang was hij voorzitter van de vereniging. De foto is gemaakt in de gymzaal waar Kees ontelbaar veel jubilarissen heeft toegesproken, ontelbaar veel prijzen heeft uitgereikt en ontelbaar veel vogelnestjes heeft gemaakt in de ringen.
Bep
Bep is kunstzinnig, eloquent en geestig. Met haar flamboyante verschijning en verrassende outfits brengt ze kleur in elke dag. Ze houdt van boetseren, tekenen en schilderen. Maar het meest houdt Bep van kinderen. Eerst had ze een druk gezin. Later ging ze weer voor de klas staan. Het leukst vond ze leerlingen met een rugzakje, want dat vraagt maatwerk en creativiteit. Als Bep het zelfvertrouwen van een kind zag groeien, gaf dat een kick. Nu zijn er zeven prachtige kleinkinderen.
Greet
Greet is gek op dieren. Daarom was ze ook zo blij met haar tuin: daar kon ze vogels voeren en kippen en konijnen houden. Toen ze weduwe werd, nam Greet honden. Voor de rattenopvang deed ze vrijwilligerswerk. Toen onderdak nodig was voor een revaliderende egel, nam Greet het dier in huis. Sindsdien heeft ze heel veel egels opgelapt. En weer vrijgelaten. Want egels zijn geen huisdieren. Daarom is Greet ze gaan verzamelen. Nu is ze altijd omringd door haar lievelingsdieren.
Emiel
Emiel – geboren in België – is dol op lekker eten, het circus en op schoonheid. Koken leerde hij van zijn moeder. Met zijn broer werkte hij een tijd als acrobaat. Na de kunstacademie werd hij diamantbewerker en edelsmid. Als vrouwen een sieraad wilden laten maken, vroeg Emiel hen eerst te poseren: dan schilderde hij hun portret mét het juweel. Pas als de klant tevreden was, ging Emiel het ontwerp uitvoeren. Schilderen bleef een grote passie. Tegenwoordig gebruikt Emiel veel fluorkleuren en is zijn werk meer abstract.
Pieter
Pieter is ontzettend muzikaal. Hij volgde een opleiding tot pianostemmer en speelde zijn leven lang in bandjes. Pieter was een echte gitaarvirtuoos. Als er in de huiskamer muziek klinkt, weet Pieter daar vaak iets interessants over vertellen. Op zijn eigen kamer – tussen de gitaren, versterkers en zijn rode glittergitaarkruk – luistert hij naar zijn lievelingsmuziek. Favoriet zijn de jaren zestig en zeventig. Pieter wilde op de foto met een echte gitaarband. Zijn zussen en de muziektherapeut figureren als achtergrondzangeressen.
Gerie
Gerie was een veelgevraagd fotomodel en mannequin. Ze ging naar het buitenland en liep shows met collecties die speciaal voor haar gemaakt waren. Ze trouwde met een knappe, lieve, mooie en trouwe man en vond werk als secretaresse op de administratie van een ziekenhuis. Gerie – altijd tot in de puntjes verzorgd – was de spil van de afdeling en de steun en toeverlaat van artsen en patiënten. De komst van de elektrische typemachine maakte haar werk wel een stukje makkelijker.
Simon
Simon noemt zichzelf een dondersteen, want hij houdt ervan om grapjes uit te halen. Een andere grote liefde is lekker eten. Van die hobby heeft hij zijn beroep gemaakt: Simon werkte veertig jaar als ober in een deftig pak in deftige restaurants. Maar zijn allergrootste passie is ongetwijfeld Elvis. De muziek, de mens, de kleding, het imago, de sfeer, de films… ja, eigenlijk alles aan Elvis Presley vindt Simon geweldig. Maar het meeste houdt hij toch van de muziek. In de loop van zijn leven heeft Simon een indrukwekkende Elvis-verzameling aangelegd. Hij staat op de foto met een Cadillac Fleetwood uit 1960, een kunstwerk uit de tijd van The King. Elvis had er zelf ook een paar.
Ben
Ben is creatief, innovatief en uiterst leergierig. Zo heeft hij zichzelf geleerd films te maken, want cinema is een grote hobby van hem. Nu tekent hij portretten, bijvoorbeeld van artiesten die hij bewondert. Ben werkte in de grafische sector. Daar klom hij op van leerling tot bedrijfsleider. In die rol was hij troubleshooter, innovator en verantwoordelijk voor het opleiden van jonge graveurs. Dat laatste deed hij zo goed, dat hij er een onderscheiding voor ontving. Ben is dol op de GK 21, een graveermachine die tegenwoordig bijna nergens meer te vinden is. De Grafische Werkplaats Amsterdam heeft machines uit dezelfde tijd. Daar, waar het nog precies zo ruikt als vroeger, is het portret van Ben gemaakt.
Cilia
Cilia groeide op in Amsterdam, waar haar ouders een grote accordeon- en muziekwinkel hadden. Haar moeder moedigde haar aan om de wereld te gaan verkennen. Dat deed ze – en dat blééf ze ook doen: reizen werd haar grote passie. Cilia hield ervan andere culturen te ontdekken, vreemde talen te leren en nieuwe mensen te ontmoeten. Omdat ze maar liefst zeven talen sprak, kon ze aan het werk op de rondvaartboot. Bijna veertig jaar gidste ze toeristen over de Amsterdamse grachten en de Zaanse Schans. Ontelbaar veel foto’s moeten er van haar bestaan, want Cilia vond het leuk om te poseren en werd vrijwel dagelijks gefotografeerd. Zo ging haar beeltenis ook op reis – de hele wereld over.
Rob
Rob had samen met zijn vrouw Corrie veertig jaar een groentewinkel in de Haarlemse Leidsebuurt. Op het busje van de zaak stond: ‘Eet Bruins groente en fruit, dan houdt u de dokter de deur uit!’ Voldoende bewegen – die andere manier om de dokter op afstand te houden – was voor Rob geen enkel probleem, want hij was dol op sport. Vooral in voetbal blonk hij uit. Via via mocht hij komen spelen bij het eerste elftal van ‘Onze Gezelle’, op positie rechtshalf. De club werd zijn grote liefde. Elk weekend was het hele gezin te vinden op het sportcomplex in Haarlem-Noord. De liefde blijkt erfelijk: zoons en kleinzoons zijn allemaal ook sportgek, en één kleinzoon speelt zelfs bij ‘Onze Gezelle’.
Frans
Frans heeft zijn hele leven veel aan sport gedaan: voetballen, hardlopen, fietsen, schaatsen. Vroeger werkte Frans als assistent bedrijfsleider bij de Haarlemse ijsbaan. Toen de ijsbaan een tijdje dicht ging voor een verbouwing, vond Frans een briefje van The Tulip Twirlers onder zijn ruitenwissers: de dansgroep zocht nieuwe leden. Met zijn vrouw Harmke ging Frans erop af, en al snel raakten ze allebei compleet verslingerd aan square dancing. De tachtig basisfiguren werden fanatiek thuis geoefend, er kwamen prachtige outfits en samen bezochten ze dansevenementen in de hele wereld.
In De Molenburg loopt Frans de post, want zo blijft hij in beweging.
Hillie
Hillie houdt van de kerk. Of preciezer gezegd: van de Christelijk Gereformeerde Kerk in Nieuw-Vennep. Hier is ze gedoopt en getrouwd, hier zijn haar zes kinderen gedoopt en bijna allemaal ook weer getrouwd. Vanuit deze kerk werd haar man begraven, en straks, als haar tijd gekomen is, zal Hillie hier ook liggen bij haar eigen uitvaart. De Christelijk Gereformeerde Kerk in Nieuw-Vennep is haar hele leven. Twee keer per zondag zat ze op haar vaste plek: rechts achterin, in het zijschip. ‘Lichtstad met uw paarlen poorten’ is haar lievelingslied. Het Goede Herderbeeld naast de kansel vindt ze zo prachtig, ze droomt er zelfs van, en dat is fijn, want Hillie voelt zich een schaapje in de grote kudde van de Heere.
Madeleine
Madeleine werd geboren in Zwitserland. De liefde bracht haar naar Nederland. De kinderen gaf ze een tweetalige opvoeding, zodat die met haar ouders konden praten. Net als haar vader en broer was Madeleine horlogemaker. Maar ze kon veel nog meer: lassen, timmeren, loodgieten… met haar handen kon ze letterlijk alles maken. Aan de Westeinderplas had ze een landje met een tuin, een huisje en een schuur vol met materialen en gereedschap. Elk weekend ging Madeleine naar het landje om te zwemmen, te rommelen, te klussen. Als de kleinkinderen kwamen, wilden die vaak iets maken. Madeleine leerde hen dat het leuk is om niks te kopen, maar te werken met wat er in de schuur stond.
Simon
Simon hield veel van planten. Die liefde was wederzijds: onder zijn handen groeide het groen uitbundig en kwam er weer leven in de meest verlepte stekjes. De passie voor planten zat er vroeg in: meteen na de lagere school ging Simon aan het werk als hovenier. Voor de Gemeente Haarlem was hij verantwoordelijk voor de groenvoorziening. De planten kwamen uit de stadskweektuinen. De exotische tropische kassen waren in het weekend geopend voor publiek, en Simon verzorgde dan met veel plezier de rondleidingen. De planten op het stadhuis deden zo fantastisch, dat Simon de bijnaam ‘de plantendokter’ kreeg.
In de media
Het fotoproject ‘Passie in beeld’ is niet onopgemerkt gebleven. De verhalen van passie zijn opgepikt door verschillende media, zoals door het Haarlems Dagblad, Nieuwlicht en het Tijdschrift Geestelijke Verzorging.
Ook nam onze vlogster Hiske een kijkje achter de schermen bij de fotoshoot van mevrouw Kruijf, bewoonster van Schoterhof. Klik hier om de vlog te bekijken.