Nieuws

Aan het front in de ouderenzorg

Adrienne de Jonghe is specialist ouderengeneeskunde bij Kennemerhart

Adrienne: 'Ik vertel dat ik geen hand kan geven, maar dat ik wél mijn hand op mijn hart kan leggen.'

'Gister vroeg ik een bewoonster wat het bezoekverbod voor haar betekent. Ze moest huilen en vertelde dat ze het zo moeilijk vindt haar kinderen zolang te moeten missen. Ook voor familie is het moeilijk, voor sommigen stortte de wereld in toen de minister vertelde dat alle verpleeghuizen op slot gingen. We doen er alles aan om de buitenwereld naar binnen te halen, bijvoorbeeld via beeldbellen en vaste zwaaimomentjes. Voor mensen met dementie is het allemaal moeilijk te begrijpen. Vaste patronen, zoals het dagelijkse bezoekje van partner of kind, worden doorbroken en dat zorgt voor onrust.

Normaal is mijn werkgebied in de wijk. Nu, in deze uitzonderlijke tijd, maak ik onderdeel uit van ons artsenteam in de verpleeghuizen van Kennemerhart. Werkzaamheden die even kunnen wachten zijn op de lange baan geschoven. Want het is alle hens aan dek. De aandacht gaat nu voornamelijk uit naar corona-gerelateerde klachten. Maar er zijn natuurlijk ook andere aandoeningen die gezien moeten worden. Die zorg gaat ook door. Ik loop visites, zit via videobellen aan bij het multidisciplinair overleg, heb gesprekken met familie en overleg met collega's. Ook regionaal. Als lid van het regio expertteam deel ik informatie en samen brengen we advies uit aan onze bestuurders.

We werken volgens de veiligheidsrichtlijnen van het RIVM en volgens strakke protocollen. Dat geeft houvast. Het dragen van beschermende kleding hoort daar ook bij. Het kan best even eng zijn voor iemand als ik met een masker op een kamer binnen stap. Normaal geef ik bewoners een hand. Dat kan nu niet. Ik zeg mijn naam en leg mijn hand op mijn hart. En vertel erbij dat ik dit speciaal voor hen doe. Ik zie dat er zoveel mooie en lieve dingen gebeuren om het de bewoners zo comfortabel mogelijk te maken… Wat dat betreft wordt mijn ontzag voor mijn zorgcollega's alleen maar groter. Een lievelingsknuffelbeertje er even bij pakken, samen luisteren naar favoriete muziek, of gewoon even een praatje…Familie is en blijft natuurlijk onvervangbaar. Maar we kunnen gelukkig een beetje troost geven omdat we de bewoners goed kennen en weten wat hun gewoonten en voorkeuren zijn. Aandacht en vaste gezichten zijn dan ook juist in deze periode vreselijk belangrijk. Het ontroert me om te zien hoe ook onze paramedici, zoals de fysiotherapeuten, psychologen en ergotherapeuten die vanwege de maatregelen geen behandelingen geven, nu volop meedraaien om bewoners houvast te geven. Door bijvoorbeeld samen muziek te maken en met bewoners lunchen. Ook alle initiatieven om ons heen zijn hartverwarmend. Bloemen uit de wijk, chocola die langs gebracht wordt…Die betrokkenheid en support is echt heel fijn. Niet alleen voor de bewoners maar vooral ook voor de medewerkers.

Ik ben altijd eerlijk en transparant als het gaat om slecht nieuws. De ziekte kan immers zeer onvoorspelbaar zijn. De ene keer gaat het beter met iemand en het volgende moment verslechtert de situatie. Gelukkig worden er ook mensen beter. Maar er overlijden ook mensen. Dat is emotioneel en ingrijpend. We vertellen familie een eerlijk verhaal als iemand niet meer beter wordt. Er is nu veel aandacht voor beter worden en het vinden van een vaccin. Maar aandacht voor goede begeleiding in een terminale fase is minstens zo belangrijk. We begeleiden mensen om die laatste fase zo rustig mogelijk door te komen, zonder benauwdheid en pijn. Familie mag in die terminale fase bij hun geliefde zijn en iedereen ervaart ondanks de beperkende maatregelen dat het sterfproces op een waardige manier gebeurt. Voor zorgmedewerkers is die laatste levensfase ook heel emotioneel. Normaal wordt er op een respectvolle manier afscheid genomen door met elkaar een lange haag te vormen om iemand uitgeleide te doen. Maar dat kan nu niet. Soms zit iemand er even doorheen. Niemand gaat dan ook de deur uit zonder een 'debriefing' aan het einde van de dienst. Even met de teamleider, psycholoog of de maatschappelijk werker praten over wat je hebt meegemaakt. Alle lof ook voor hen, net als voor de arbo-arts op wie een groot beroep wordt gedaan.

Dit coronatijdperk heeft z'n weerslag op iedereen. Iedereen heeft 'coronaplus' zoals ik het noem. In de thuissituatie gaat de coronacrisis immers door. Familieleden die vast zitten in het buitenland, thuiszittende kinderen die veel aandacht vragen, ouders die corona besmet zijn en komen te overlijden, de angst om zelf ziek te worden…Het is dan ook goed dat het testbeleid onlangs fors is uitgebreid om onzekerheid weg te nemen. Zelf ben ik niet bang. Door de richtlijnen goed op te volgen en verstandig na te denken is het risico op besmetting klein. Ik ga op tijd naar bed, eet gezond en ondanks de drukte vind ik het ook heel gezellig dat mijn uit huis wonende kinderen weer even zijn ingetrokken. Ik begin elke dag om 7 uur met een uurtje 'buiten spelen', even hardlopen of fietsen. Vaak met een vriendin die internist is en ook middenin de coronacrisis zit. Zo begin ik elke keer weer met veel energie aan een nieuwe dag.

Ik zie een enorme flexibiliteit en buigzaamheid nu de wereld er zo anders uitziet. Die wereld is niet maakbaar, dat is inmiddels wel duidelijk. Deze crisis overkomt ons en we moeten ermee dealen. Op wereldleidersniveau, maar ook op het niveau van de schoonmaker die ervoor zorgt dat net even dat extra randje wordt meegenomen. Door gebruik te maken van elkaars kracht komen we hier doorheen. Zelf ben ik dankbaar dat ik een vitaal beroep heb. Ik vind het fijn dat ik iets kan bijdragen in deze crisistijd. Kom maar op!'

Interview: Eva Lunshof
Foto: Krystle Zonneveld

Deel deze pagina:

Ander nieuws

Ontvang ons nieuws

Wilt u op de hoogte gehouden worden van onze locaties, nieuws en activiteiten? Schrijft u zich dan hier in voor onze nieuwsbrief:

Inschrijven nieuwsbrief
Meerkeuze *
Bezig met versturen